Soldatenkiekjes

Vanwege de opkomst van goedkope en makkelijk te bedienen kleine camera’s nam de hobbyfotografie in Duitsland in de jaren ‘30 een grote vlucht. Veel Duitse militairen hadden dan ook een camera en namen deze mee naar bezet gebied. ‘Gewapend’ met een kleine Agfabox of de duurdere Leica legden ze hun ervaringen in dienst van de Wehrmacht vast. Buiten het Sperrgebiet stond het ook de Nederlanders vrij te fotograferen. In sommige dorpen hadden ze in mei 1940 hun camera’s moeten inleveren, maar die konden ze een maand later alweer ophalen. Begin augustus 1940 kwamen er wel richtlijnen voor zowel de Duitse als Nederlandse amateurfotografen. In de buitenlucht kon vrij worden gefotografeerd, met uitzondering van vernielingen, ongelukken, havens, militaire installaties, detailbeelden van wapens en herkenbare locaties waar militairen waren ondergebracht. In het openbaar mochten burgers Duitse soldaten met toestemming op de foto nemen, maar veel gebeurde dit niet.

Aankomst op het station van Rotterdam, de camera legt de eerste stap op Hollandse bodem vast.

Het waren vooral de Duitse militairen die hun geweer tijdelijk verruilden voor de camera. Het leverde honderdduizenden kiekjes op van zichzelf en hun kameraden, poserend op hun legeringsadres. Zeer regelmatig werden de richtlijnen met voeten getreden. Ook strandvertier, Kerstmis (Heiligenabend) en de bezienswaardigheden tijdens recreatieve reisjes door het onbekende Holland vormden het favoriete beeldmotief van de enthousiast fotograferende soldaten.

Wrang genoeg kon de puinvlakte van het gebombardeerde Rotterdamse stadshart flink wat ramptoeristen begroeten, er werden zelfs commercieel uitgebrachte fotocollages van verkocht. Het was een van de meest gefotografeerde locaties van ons land. Maar ook de Scheveningse boulevard, oude provinciestadjes en Hollandse folklore waren zeer populair om op beeld te vereeuwigen. Echte ‘kiekjes’ dus, die ook heden ten dage nog worden gemaakt door toeristen of onszelf.

Het fotopapier van een kartelrand voorzien was destijds modieus.

Mooi hier

Met een volgeschoten rolletje bezochten de soldaten de lokale vakfotograaf om de foto’s te ontwikkelen. Op verzoek sneed hij met een speciaal mes het fotopapier zodat de afdrukken een modieuze kartelrand kregen. Niet iedereen had een camera zodat er vaak meerdere afdrukken werden gemaakt om binnen de vriendengroep te verspreiden of onderling te verhandelen. Ze plakten de foto’s in decoratieve albums waar ze soms locatie, datum of herinneringen bijschreven. Deze konden de soldaten met een leren of stoffen omslag in  verschillende formaten, kleuren en opdrukken aanschaffen. Een veel voorkomende versiering is een opdruk in zilverkleur: ‘Erinnerungen an Meine Dienstzeit’, vergezeld met een adelaar, Stahlhelm of ander militair symbool. Veel van foto’s van henzelf bij het inkwartieringsadres of markante Hollandse plekken werden per Feldpost verstuurd naar hun naasten in Duitsland. De Duitse legerleiding stimuleerde fotografie als vorm van ontspanning van harte. Het gaf de soldaten een zinvolle vrijetijdsbesteding en het thuisfront kon uit de opgestuurde foto’s opmaken dat het goed ging met zoon, broer of vader. De dikwijls gemoedelijke taferelen benadrukten dat het in het bezette Zuid-Holland goed toeven was en bovenal veiliger dan in andere landen. Er werden daarom zelfs cursussen en heuse fotowedstrijden voor de militairen georganiseerd. 

Voorzijde fotoalbums met leren kaft en zilveren opdruk.
De iconische Leica kleinbeeldcamera uit de jaren 30.

Naar aanleiding van een groots opgezette wedstrijd opende de Rijkscommissaris van het bezette Nederland, Seyss-Inquart, op 15 oktober 1941 in Den Haag de tentoonstelling Der Soldat in Holland. Hier werden uit meer dan tienduizend inzendingen vanuit het hele land de 250 beste foto’s, tekeningen en schilderijen getoond aan het publiek. Behalve van heroïsche Duitse soldaten waren er veel afbeeldingen van Nederlandse klederdracht, landschappen en stadsaanzichten waarvan vele uit Zuid-Holland. De samenstelling stond onder strikte censuur en regie. De keuze van de getoonde foto’s was namelijk niet alleen gebaseerd op esthetische gronden, maar had ook een ideologisch doel. De tentoonstelling moest de Germaanse cultuur verheerlijken en vormde onderdeel van een geraffineerde propagandastrategie. Een selectie van verschillende prijswinnende afbeeldingen werd afgedrukt in een boekje waarin ook korte verhalen stonden over hoe de militairen hun verblijf in Nederland ervoeren. Vanwege de grote vraag verscheen een herdruk, ook voor de Nederlandse bevolking was het gewoon in de boekwinkels te koop.

Het boek van de tentoonstelling werd wegens succes herdrukt. Een klein soldaten reisgidsje stimuleerde de fotohobby.

Kentering

Vanaf 1943 verloor het Duitse leger aan alle fronten. De aanleg van de Atlantikwall verruïneerde de Nederlandse kuststrook en leidde tot de sloop van duizenden woningen met de evacuatie van vele tienduizenden bewoners uit onder andere Den Haag, Katwijk en Hoek van Holland tot gevolg. Weer later zorgden de inundaties op Goeree-Overflakkee en Voorne-Putten voor grote ellende. De deportatie van joodse inwoners en steeds zwaardere restricties om de bevolking onder de duim te houden zorgden voor afkeuring. De sfeer in bezet Nederland verhardde, wat de Duitse militairen niet uitnodigde om in feeststemming kiekjes te maken. De glans van onoverwinnelijkheid was er af, de tijd van leuke recreatieve reisjes door bezet gebied was voorbij en de drank raakte op. Wachtlopen, bunkerbouw en woningsloop voor de aanleg van verdedigingswerken waren sowieso minder leuk om te fotograferen dan activiteiten tijdens de vrije tijd. Door de toenemende schaarste aan voedsel en goederen was er ook steeds meer op de bon en werd het dagelijks leven moeilijk. Voor de fotografen was er een tekort aan filmpjes, fotopapier en chemicaliën om te ontwikkelen. De hobby werd zodoende duur en aan het eind van de oorlog bijna onmogelijk. Steeds minder soldaten grepen naar de camera.

De kentering in de oorlogssituatie ten nadele voor Duitsland is zichtbaar in het beschikbare beeldmateriaal van destijds. De hoeveelheid soldatenkiekjes uit de jaren 40 en 41 staat in schril contrast tot het aantal foto’s uit 1943 en later. Zeldzaam zijn de foto’s aan het eind van de oorlog, in de grimmige sfeer waarin de frontlinie dwars door ons land lag en de Hongerwinter mensen met name in Zuid-Holland de dood indreef. Fotograferen was toen voor de burgers inmiddels al verboden.

Ruim 75 jaar na het einde van de Tweede Wereldoorlog komt de huidige generatie in Duitsland in de nalatenschap van familie foto’s of albums tegen van militairen. Soms is het zelfs hun vader of opa die ze voor het eerst zien in uniform. Als ze hier geen band mee voelen of waarde aan hechten komen de albums bij het oud papier terecht of worden met de rest van de inboedel verkocht aan een opkoper. In het laatste geval komen veel foto’s uiteindelijk via vlooienmarkten, tweedehandswinkels, antiquariaten of veilingen in het bezit van geïnteresseerden. Met wat geluk zijn de foto’s beschreven, vaker vergt het veel speurwerk de beelden aan locaties en context te koppelen. De kiekjes die de gewone Duitse soldaten knipten zijn een unieke historische bron. Het door de officiële Duitse propaganda gecreëerde beeld van de ideologisch toegewijde en heldhaftige Duitse soldaat is bekend, maar deze amateurfoto’s laten een meer ongedwongen, authentieke en persoonlijke kant van de soldaten zien. Niet mis te verstaan dat ook deze een eenzijdig beeld van de oorlog weergeven.

Met zijn fotoalbum poseert een militair trots bij de vakfotograaf voor een portretfoto.
Geraadpleegde bronnen:
Bobb, P., Fremden im Visier, Fotoalben aus dem Zweiten Weltkrieg (Bielefeld 2012).
Groeneveld, G., Heinz in Holland (Nijmegen 2007).
Groeneveld, G., Nach Holland (Zwolle 2018).
Mellink, G.J., Rijpsma, J., et al, Bezetting en bevrijding van het Westland 1940-1945 (Naaldwijk 2020).