Duitse kopstukken
Op de zonnige zomerdag van 20 augustus 1943 lopen drie kopstukken van de Duitse bezettingsmacht in Nederland op het eiland De Beer. De plaatselijke officieren zijn nerveus, want General Christiansen, Reichskommissar Seyss-Inquart en Obergruppenführer Rauter staan niet bekend om hun vriendelijkheid. In de genoemde volgorde zijn ze in het midden van de foto te zien. De eerste is Wehrmachtsbefehlshaber in den Niederlanden (WBN), oftewel de hoogste militair die bevel voert over alle Duitse krijgsmachtdelen in ons land. Achter hem loopt de rijkscommissaris als hoofd van het civiele bestuur en als laatste de hoogste vertegenwoordiger van de SS, Sicherheitsdienst en politie.
Christiansen heeft de verantwoordelijkheid voor de kustverdediging gedelegeerd aan de hoogste generaal van de Duitse landmacht in Nederland, Reinhard. Daarmee zijn hij en zijn staf vooral een doorgeefluik geworden van de bevelen uit Berlijn en rapportages die vanuit lagere echelons naar hogerhand worden gestuurd. Echte inhoudelijke meerwaarde heeft de Wehrmachtsbefehlshaber niet tijdens de bouw van de Atlantikwall, waarvan hij aanvankelijk meende ‘dat de ervaring had geleerd dat de waarde van een aaneengesloten bunkerlinie op zijn minst twijfelachtig is’. Vermoedelijk is de reden van deze bezichtiging van het zwaarste verdedigde stukje van Nederland dan ook meer voor de Bühne. Enkele officieren van de verantwoordelijke infanteriedivisie in dit gebied moeten de dag voorbereiden, waarbij voor elke locatie voldoende tijd moet worden gereserveerd. Zodoende staan er verschillende bunkercomplexen op het programma waar de bezettingstroepen gedurende een kwartier tot een half uur acte de présence geven. Hiertussen is telkens 5 tot 10 minuten ‘reistijd’ ingebouwd. De hoogtepunten binnen dit strak georganiseerde programma zijn de zware kustbatterij ‘Rozenburg’, de imposante commandobunker van verschillende luchtdoelbatterijen rond Hoek van Holland en het zogenaamde Kernwerk langs de Nieuwe Waterweg. Binnen een betonnen hoge muur staan hier dicht op elkaar 54 bunkers die de ingang van dit strategische vaarwater tot de Rotterdamse haven verdedigen. Tussendoor is een uur ingeruimd voor Feldküchenessen, oftewel een eenvoudige lunch uit de veldkeuken. Hiervoor wordt de kantine in Stützpunkt XXII gebruikt, waar de later wegens oorlogsmisdaden veroordeelde mannen op dit moment naar toe lopen.