
Een bonte verzameling uniformen
Na de zomer van 1942 verklaart de bezetter het Scheveningse strand en de Pier tot Sperrgebiet, waarmee het gedaan is met het toerisme. Tot die tijd trok de populaire badplaats veel Duitse militairen aan die zich er graag lieten vereeuwigen, niet in de laatste plaats voor het thuisfront. Op deze foto staan op de voorgrond drie onderofficieren (SS-Unterscharführer) en een officier (SS-Obersturmführer) van een SS-Polizei-Division. Dit is een gevechtseenheid waarvan de meeste mannen uit de gelederen van de Ordnungspolizei stammen. De reserves van de divisie komen in 1941 naar Nederland en zijn onder andere in Den Haag gelegerd. Achter de mannen zijn burgers en Duitse militairen van de landmacht zichtbaar.
Na de Duitse inval op 10 mei 1940 kijkt de Nederlandse bevolking op straat met nieuwsgierigheid, argusogen of woede naar de bezetter met zijn vele onbekende uniformen. Ze weten zelden met welke militairen, rangen en dienstvakken ze te maken hebben. Elke Duitse politieke organisatie en dienstvak heeft eigen uniformen en binnen deze groepen bepalen rang en functie ook nog eens welke kledij volgens voorschrift gedragen kan en mag worden. Verder worden in de loop van de oorlog nieuwe modellen geïntroduceerd waarbij oud en nieuw tenue naast elkaar in dracht blijft. Zo kon de oprichting van een nieuwe eenheid of de verplaatsing naar andere dienstvakken voor verwarring en discussie over de uniformering zorgen. De reserve van de SS-Polizei-Division kampt bij aankomst in Nederland met eenzelfde probleem. In maart 1941 ressorteren ze niet officieel onder de Waffen-SS, waardoor ook de bijbehorende rangen en uniformen niet gedragen mogen worden. De mannen lopen in deze eerste periode waarschijnlijk gedeeltelijk in groene politie-uniformen. In mei 1941 worden ze toch binnen de SS opgenomen en vanaf 1942 hanteren ze definitief SS-rangen. Op de foto is zichtbaar dat de militairen al wel hun SS-uniformen met bijbehorende rangen dragen. De officier (tweede van rechts) draagt waarschijnlijk een uniformjas die door een kleermaker op maat is vervaardigd, daaronder zijn Reithose (rijbroek) en zwarte rijlaarzen. Links draagt hij een Polizei-Degen für Führer en met zijn zwart leren handschoenen en officiers-Schirmmütze maakt dat het onderscheid met ‘gewone’ soldatenuniformen nog groter dan alleen rangonderscheidingtekens op de kraag of schouder. Op zijn linkerarm is een Ärmelband met de tekst SS-Polizei-Division opgenaaid en door zijn knoopsgat wordt volledig volgens voorschrift een medaillelint van het ijzeren kruis tweede klasse gedragen. Deze onderscheiding moet hij voor zijn bewezen dapperheid bij de aanval op Polen of West-Europa hebben gekregen. De drie onderofficieren zijn een stuk simpeler gekleed en dragen een wollen Feldbluse (veldjas) en broek. Om hun middel zit een leren riem met aluminium koppelslot met daarop een adelaar en de tekst ‘Meine Ehre Heisst Treue’, het motto van de SS. Ze dragen daarnaast geen adelaar op de rechterborst, maar een speciaal ontworpen SS-variant op hun linker bovenarm. Al snel kijken de burgers niet meer naar de tientallen verschillende uniformen. Het is vooral het Nederlandse verzet dat zeer geïnteresseerd is in de mannen en hun kledij en heel bedreven wordt in de herkenning hiervan. Juist deze details zijn van belang bij het doorgeven van locaties van eenheden en hoge officieren aan Londen.
Zie ook:
• Vergraven boulevard