Evacuatie
De aanleg van Duitse verdedigingswerken gaat in verschillende kustplaatsen gepaard met de ontruiming en afbraak van bebouwing die dicht bij zee staat. De kaalslag maakt plaats voor bunkers, versperringen en vrij schootsveld. Den Haag wordt zwaar getroffen, mede vanwege een landverdedigingslinie (Landfront) die dwars door de stad komt te liggen. Voor vrij schootsveld is een twee- tot driehonderd meter brede zone nodig waarbinnen alle woningen, winkels, kerken en scholen worden gesloopt. In sommige wijken blijven de huizen weliswaar staan, maar worden als Sperrgebiet verboden terrein. Zo raken alleen in Den Haag al ruim 140.000 evacuées op drift. Wie volgens de bezetter zinvolle arbeid verrichtte mocht in de omgeving een onderkomen zoeken of kreeg dat toegewezen. Degenen zonder werk moeten gedwongen vertrekken, waarvan er velen naar het oosten van het land trekken. Deze foto toont echter een kleine stoet evacuees in de Daendelstraat aan de rand van de chique Haagse woonwijk Bezuidenhout, waar sommigen een nieuwe woonplek vinden. Een enkele vrachtauto met een gasgenerator wordt ingezet, maar het zijn vooral karren, bakfietsen en paard en wagen waarmee ze een deel van hun huisraad meenemen. Het gaat hier echter om mensen uit Wassenaar die vanwege een heel andere reden op last van de bezetter binnen 24 uur hun huizen moesten verlaten. Vanaf september 1944 plaatsen de Duitsers in Den Haag en omgeving installaties voor het afvuren van V2-raketten. Het waren ‘geheime wapens’ en daarom konden omwonenden rondom een afvuurlocatie direct vertrekken. Aangezien de raketten met explosieve ladingen enorme ellende in Londen veroorzaken proberen de geallieerden de lanceerinrichtingen met jachtbommenwerpers uit te schakelen. In februari 1945 worden meer dan honderd ton bommen afgeworpen op verschillende lanceerinstallaties in de regio, waarbij ook een locatie in het Haagse Bos nabij het Bezuidenhout op de korrel wordt genomen. Op 1 en 2 maart werd in de nabije omgeving maar liefst 44 ton gedropt. De methode van ‘pin-point bombing’ leidt tot een beperkt aantal slachtoffers onder de burgerbevolking, maar succes om de V2’s uit te schakelen blijft uit. Die derde dag in maart wordt een rampzalige dag. De geallieerden kiezen nu voor een grootschalig oppervlakte bombardement met middelzware bommenwerpers om Duitsers in het Haagse Bos uit te schakelen. Ruim vijftig toestellen laten die dag 67 ton bommen vallen. Vanwege een fout in de doelcoördinaten openen de bommenluiken echter boven het Bezuidenhout, op ruim een kilometer ten zuiden van het eigenlijke doel. De gevolgen zijn rampzalig: 3.300 huizen, 290 winkels en bedrijven, 10 openbare gebouwen, 9 scholen en 5 kerken worden van de kaart geveegd. In de Daendelstraat zijn huisnummers 20 t/m 34 volledig verwoest, terwijl de rest van de straat er vanaf komt met alleen glasschade. Ruim 500 mensen komen om, waaronder ook geëvacueerden uit andere stadsdelen. Terwijl de bluswerkzaamheden uren later nog in volle gang zijn vuren de Duitsers even verderop ongestoord weer een V2 af. Het projectiel stort vroegtijdig neer in de wijk, precies op de plek waar een groep van tien brandweermannen op de Schenkkade staat. Ook zij worden gedood.