Het slotstuk
Kaderleden van een Hermann Göring-Regiment kijken in de ‘theaterzaal’ van de SS-Polizeikaserne in Den Haag aandachtig toe hoe Unteroffizier Meier verkleed als agent (Gendarm) met een strakke en vastberaden blik het podium op loopt. Hij beweegt zich richting een groep soldaten die met elkaar in gesprek is. Op de achtergrond is een zelfgemaakt decor van krijttekeningen zichtbaar: een straattafereel met huizen en een lantarenpaal met daarnaast een dame in korte rok. Boven het podium hangen touwen met daarover krantenvellen en aan de voorzijde prijkt een groot doek met de tekst ‘Die Zelle’. Het is allemaal onderdeel van een door militairen zelf opgevoerd en vormgegeven theaterstuk op een Kameradschaftsabend. Deze avonden worden eens in de zoveel tijd georganiseerd om de onderlinge band te vergroten en even te ontspannen. Iedereen krijgt een taak om met elkaar een zo mooi mogelijke avond neer te zetten. Op 26 januari zit de voltallige staf aan de tafels en de mannen verheugen zich op het eten, drinken en de verschillende optredens. Ze lachen en lijken te zijn vergeten dat het Derde Rijk buiten de muren van de zaal steeds verder uiteenvalt. Misschien is juist nu gekozen voor een feestelijke avond om het moreel hoog te houden. De geallieerden hebben zuidelijk Nederland al bevrijd en de kans is groot dat ook zij snel aan de gevechten zullen gaan deelnemen. Behalve het theaterstuk staat ook de vijfkoppige band ‘Die 5 Teddys’ en een cabaretvoorstelling van Leutnant Wulff op het programma. Voor dergelijke feestavonden worden in de regel speciale ‘Zeitungen’ gemaakt. Hierin staan het programma, humorvolle gedichten en andere schrijfsels, verrijkt met allerlei tekeningen en karikaturen van militairen uit de eenheid. In de winter van 1944-1945 is papier zeer schaars en zal zo’n boekje misschien niet zijn gestencild of maar in zeer beperkte oplage.