Ogenschijnlijk normaal
Een Duitse militair maakt een foto van de Nieuwstraat en het evenwijdig gelegen hogere Zandpad, de winkelstraat van het dorp Middelharnis. Waarom maakt hij deze onscherpe kiek? Hoewel uit de overjas en handschoenen van de dame op de voorgrond blijkt dat het best wel fris is, dragen de kinderen die het dijkje oprennen een korte broek, wat overigens niet ongewoon is voor die tijd. De vrouw loopt richting een onbebouwd gedeelte in de Nieuwstraat. Hier vielen op 3 juli 1940 midden in de nacht drie Engelse bommen als gevolg van een noodafworp. Twee kinderen overleden ter plekke en kort daarna een zwaar gewonde man, terwijl er daarnaast veel licht gewonden waren. De ravage was enorm. Zes woningen en een smederij veranderden in een berg puin en de gevels van de winkelpanden langs het Zandpad raakten zwaar beschadigd. In de omringende straten was bovendien geen ruit meer heel. Ruim een jaar later is de bebouwing weer keurig hersteld en prijkt op de zijmuur van het pand in het midden de reclameleus van De Gruyter. Prominente gevelreclames waren destijds gebruikelijk in het straatbeeld. Bij het uitbreken van de oorlog telde Nederland 268 levensmiddelenwinkels van deze keten die 10% korting gaf bij inlevering van de kassabonnen. Aan de slagzin “En betere waar èn tien procent, alleen De Gruyter” voegen advertenties in regionale kranten toe; “Zuid-Holland wil óók sparen”. De winkel is op een hoek gevestigd, iets wat De Gruyter nastreeft bij al haar vaak architectonisch opvallende panden met luxueuze interieurs. In het verzuilde Nederland is het met zijn Brabantse oorsprong eerder een winkel voor de katholieken dan voor de overwegend op Overflakkee wonende protestanten. Mogelijk heeft het fotomotief te maken met de rij wachtende mensen voor de ingang links. De winkels krijgen als gevolg van de schaarste te maken met het systeem van distributiebonnen. Importproducten zijn niet meer te krijgen en worden vervangen door surrogaten, bijvoorbeeld voor kaneel en peper. Als gevolg van schaarste hamsteren consumenten producten en houden leveranciers voorraden achter. Deze vorm van speculeren zorgt voor prijsopdrijving en om dit tegen te gaan maximeert de Inspectie voor de prijsbeheersing in 1941 de verkoopprijs van veel producten. De concurrerende kruidenier even verderop trekt zich niets aan van de prijsafspraken en krijgt daarom een boete van 1.500 gulden. Dit weerhoudt hem er niet van om in 1942 nogmaals ver boven de toegestane prijs thee, koffie en cacao te verkopen. Ditmaal krijgt de recidivist drieduizend gulden en een maand gedwongen winkelsluiting als boete.