Schnellboote & Junkers

Op 30 mei 1940 leggen voor het eerst vier Schnellboote aan in de haven van Rotterdam. Het zijn kleine bijzonder snelle (65 km/u) lichte motortorpedoboten die zijn voorzien van twee torpedolanceerbuizen en licht luchtdoelgeschut. Ze komen langs om te bunkeren en varen dan snel door naar het Nauw van Calais om in actie te komen tegen operatie Dynamo: de grootscheepse evacuatie van het Britse expeditieleger vanuit het Franse Duinkerken naar Engeland. Vanaf dat moment vormt Rotterdam één van de vaste uitvalsbases voor de Schnellboote. Hier liggen ze dicht bij hun operatiegebied, alhoewel de ongeveer 20 tot 25 bemanningsleden eerst een lang stuk over de Nieuwe Waterweg moeten varen om buitengaats te komen. De Schnellboote opereren groepsgewijs, vooral ’s nachts, en jagen op Britse kustkonvooien aan de oostkant van Engeland. Hun tactiek is om met hoge snelheid op de vijand af te varen, de torpedo’s te lanceren en direct rechtsomkeert te maken. Een ‘hit and run’-actie waar veel koopvaardijschepen het slachtoffer van worden. Daarnaast leggen de snelle scheepjes ook mijnen in vijandelijke wateren, escorteren grote oorlogsbodems en treden offensief op tegen hun equivalent: de Britse Motor Torpedo Boat (MTB).

Als een gezamenlijke operatie op het programma staat verzamelen de schepen zich bij een boei voor de monding van de Nieuwe Waterweg en bij slecht weer meren ze tijdelijk af in de Berghaven van Hoek van Holland. Zo horen en zien de bezettingstroepen in Hoek van Holland heel wat scheepsverkeer op de druk bevaren Waterweg. Op een zeldzaam moment vliegen boven een uitvarende Schnellboot twee Junkers Ju-52/3m, die de Duitsers ook wel “Tante Ju” noemden. Het driemotorige vliegtuig is ontwikkeld als verkeerstoestel, maar kon eenvoudig omgebouwd worden tot bommenwerper. Tijdens de oorlog was de Junkers het standaard transporttoestel van de Luftwaffe en kreeg in ons land bekendheid door de luchtlandingsoperaties tijdens de meidagen van 1940. Alhoewel het toestel betrouwbaar was, vloog het langzaam en was daardoor een gemakkelijke prooi voor jachtvliegtuigen en luchtdoelgeschut. Het maakte het voor de fotograferende soldaat in ieder geval makkelijker af te drukken op het moment dat de vliegtuigen en het schip samen in beeld zijn, resulterend in een scherpe afbeelding.

Vanaf najaar 1941 biedt het metersdikke beton van een enorme Schnellbootbunker in de Waalhaven bescherming tegen Britse luchtaanvallen. Alhoewel de S-bootflottieljes in Rotterdam wisselden in aantal en omvang zijn er maar zelden meer schepen aanwezig dan de beschikbare zestien bomvrije ligplaatsen. Vanaf 1943 worden minder successen geboekt en stijgen de eigen verliezen. Toch blijven de agressieve Schnellboote tot schrik van de geallieerde scheepsbemanningen tot de laatste maanden van de oorlog actief. Het is uiteindelijk het tekort aan brandstof dat hen binnenhoudt in de haven.

Geraadpleegde bronnen:
Baart, J., Rotterdam Oorlogshaven (2010).
Borselen, J.W. van, De Kriegsmarine in Rotterdam (2012).

Meer foto’s in: Oefenen & oorlog