Stad tussen de linies

Op 14 maart 1943 marcheren Duitse infanteristen met serieuze gezichten op de Kanaalweg in Delft langs hun begraven kameraden op het Ehrenfriedhof. Op de achtergrond is de zuidgevel van de elektriciteitscentrale en de gasfabriek met gashouder te zien. De soldaten hebben net een herdenkingsceremonie achter de rug waarbij Ortskommandant Hauptmann Gückel, geflankeerd door twee zuilen met brandende fakkels, een nationalistisch getinte toespraak hield en grote witte bloemstukken voor een groot kruis legde. Aan de voet daarvan staan 34 kruizen voor de Duitse militairen die tijdens de gevechten in de meidagen 1940 rondom Delft gesneuveld zijn. Op de Markt tussen het stadhuis en de Nieuwe Kerk vindt op deze dag onder nieuwsgierige blikken van de bevolking ook nog een defilé plaats ter ere van de Duitse gesneuvelden. De Duitse militaire begraafplaats achter de Botanische Tuin van de TU-Delft werd op 19 juni 1940 in aanwezigheid van de twee hoogste autoriteiten in Nederland ingewijd. Namens het Duitse leger was dit General Christiansen, Wehrmachtsbefehlshaber in den Niederlanden, terwijl Rijkscommissaris Seyss-Inquart het civiele bestuur vertegenwoordigde.

Delft ligt in de luwte van Den Haag en Hoek van Holland, waar de intensieve bunkerbouw voor de kustverdedigingslinie Atlantikwall voor een grote troepenmacht zorgt. Soms strijken een bataljonsstaf en enkele compagnieën neer in de stad, maar het is altijd maar voor korte duur. Zo ook het verblijf van SS-eenheden in de zomer van 1944. In dat jaar wordt de Atlantikwall vijftien kilometer oostwaarts van de kustlijn versterkt met een verdedigingslinie die een aanval vanuit het binnenland moet opvangen. Met een bocht komen er infanteriesteunpunten aan drie zijden rondom Delft te liggen, maar de stad zelf speelt geen rol binnen dit zogenaamde Neue Landfront en blijft stellingbouw bespaard. Toch heeft Delft een sterke binding met de Atlantikwall. Behalve dat de verantwoordelijke organisatie voor de bunkerbouw, de Organisation Todt (OT), langs de Haagweg een groot opslagterrein voor materiaal had, zetelde in de stad ook het hoogste orgaan van de OT in Nederland. Begin november 1942 bezichtigde Prof. Dr. Ing. Wiendieck als Leiter OT Einsatz Holland de verbouwing van het nieuwe dienstgebouw en de onderkomens voor zijn eigen stafkwartier, waar hij ook wilde wonen. Hij gaf Ortskommandant Gückel te kennen dat de gebouwen voor de staf ongeschikt waren. Een week later bezichtigde Wiendieck opnieuw de verbouwing en drie andere door Gückel voor hem gevorderde en ontruimde huizen. De reactie was: “Keins der drei Häuser kommt in Frage”. Op zaterdag 30 november is de verhuizing van alle medewerkers vanuit Rotterdam naar het nieuwe dienstgebouw in Delft. Wiendieck zelf neemt echter pas drie weken later zijn intrek in een door hem goed bevonden woning, helaas onbekend welk adres. Anderhalf jaar later, op 1 mei 1944, verhuisden alle OT-onderdelen vanwege het toenemende invasiegevaar naar Culemborg.

Zie ook:
Heldengedenktag Gouda
Oorlogsgraven

Geraadpleegde bronnen:
T. van der Wees, 40-45 Delft, W-books.
dodenakkers.nl/de-verzwegen-graven-van-de-oorlog/duitse-oorlogsgraven-in-den-haag.
Bundes Militärarchiv: KTB K. Wiendieck.

Meer foto’s in: Tijdens diensttijd