Bunkers & stellingbouw

De Atlantikwall is niet het resultaat van één geplande bouwcampagne. Tijdens de oorlogsjaren evolueert het kustverdedigingsconcept door elkaar opvolgende bouwprogramma’s waarin intensief aan de verdedigingswerken wordt gewerkt. Uiteindelijk bouwt de Duitse bezetter langs de West-Europese kust circa 150.000 grote en kleine betonnen of bakstenen bunkers en een veelvoud aan veldversterkingen. Bij de bunkerstellingen liggen tienduizenden kilometers loopgraven en prikkeldraadversperringen. Smalspoor, paden en wegen ontsluiten de stellingen in de duinen die ver weg van de bewoonde wereld liggen. Om al deze bouwwerken en infrastructuur te realiseren zet de Wehrmacht een ongekende hoeveelheid grondstoffen, materiaal en mensen in. De werkzaamheden aan de kust bestaan niet alleen uit graven, metselen en storten van beton, maar ook uit het inrichten en camoufleren van bunkers. Afhankelijk van de ruimtefunctie leggen bouwbedrijven kabels en leidingen aan voor stroom, telefonie en water, ze installeren kachels, luchtfilterinstallaties, sanitaire voorzieningen en bevestigen deuren, ramen en schakelaars. De muren en het plafond worden afgewerkt met stucwerk, verf, hardboard of hout en tenslotte krijgen kasten, tafels, bedden en lampen hun plek. Buiten plaatsen de kersverse bunkerbewoners zelf hekken en bebording en waar nodig spannen ze camouflagenetten en planten ze vegetatie om het steunpunt zoveel mogelijk te maskeren voor een vijand die vanaf land, zee of de lucht zou aanvallen. Nadat alles gereed is vergt de nieuwe werk- en leefomgeving voortdurend onderhoud, waaronder het zandvrij houden van open beddingen, bunkers en loopgraven die door de wind snel dichtstuiven. De activiteiten die met de aanleg en ingebruikname van de Atlantikwall te maken hadden mochten worden vastgelegd op beeld, maar de locatie moest onherkenbaar zijn.