Dagelijks Zuid-Holland
In de eerste twee oorlogsjaren ervaart een groot deel van de bevolking nog geen grote beperkingen onder Duitse heerschappij, joodse inwoners uitgezonderd. Ondanks ongemak door bijvoorbeeld verduisteringsmaatregelen, de avondklok en verplichte inkwartiering van een Duitse militair gaat het dagelijks leven grotendeels zijn normale gang. Als echter blijkt dat de Nederlanders zich als ‘broedervolk’ niet laten knechten worden de bezettingsmaatregelen steeds strenger. De Duitsers vorderen radio’s en fietsen, smelten kerklokken voor het metaal en stellen het persoonsbewijs in zodat niemand zich kan onttrekken aan de overheersing. Halverwege de bezetting moeten mannen verplicht werken op het Duitse platteland of in de oorlogsindustrie en raken voedsel en veel goederen schaars met rantsoeneringen en distributiebonnen tot gevolg. Ook veroorzaakt de aanleg van de kustverdedigingslinie veel leed onder de bevolking; veel bewoners moeten gedwongen verhuizen en zien hun huis afgebroken worden. Na vier jaren bezetting wordt de situatie voor de bevolking helemaal ondragelijk door repressie, het tekort aan levensmiddelen en de inundaties van grote gebieden. Duitse militairen fotograferen tijdens de oorlog vooral thema’s die ze leuk of interessant vinden. Het dagelijks leven van burgers in door hen bezet gebied zijn dat dikwijls niet. Soms nemen ze kiekjes van degenen bij wie ze zijn ingekwartierd, maar zelden van alledaagse Hollandse straattaferelen of bezigheden van mensen. De foto’s die dat wel tonen zijn daarom bijzonder, zelfs als ze van technisch mindere kwaliteit zijn.