
Trofeeën
Dag en nacht vliegen tientallen en soms honderden geallieerde toestellen over de Hollandse kust om boven het Derde Rijk verkennings- en bombardementsvluchten uit te voeren. De vliegers zijn in de meeste gevallen op weg naar Duitsland, maar een klein deel richt zich op militair strategische doelen boven bezet gebied. De haven van Rotterdam en het scheepsverkeer op de Nieuwe Waterweg zijn al vanaf 1940 belangrijke doelwitten. Later komen hier de militaire installaties en stellingen van Festung Hoek van Holland bij. Vanwege de aanwezigheid van de vele luchtdoelkanonnen (Flugzeug Abwehr Kanone – Flak) hebben de geallieerde vliegers het hier niet makkelijk. Op de grond zijn verschillende bunkercomplexen van licht luchtafweergeschut voorzien en er zijn zo’n tien zware luchtdoelbatterijen die de havens en de Nieuwe Waterweg beschermen. In de lucht worden de geallieerde vliegtuigen op hun staart gezeten door Duitse dag- en nachtjagers, alhoewel de gevechtskracht van de Luftwaffe gedurende de oorlog sterk afneemt. Tientallen geallieerde toestellen crashen uiteindelijk in en rondom de Festung door Duits toedoen.
In de zomer van 1940 plaatst zowel de Marine als de Luftwaffe luchtdoelgeschut in de omgeving van Hoek van Holland voor de verdediging van de monding van de Nieuwe Waterweg, en voor schietoefeningen. De kanonnen staan in eenvoudige beddingen van hout en zand en de manschappen verblijven in barakken en huizen in het oude dorp of aan de haven. In de lucht vuren ze op doelen die door Duitse Junkers 52 transportvliegtuigen worden voortgetrokken en op zee is het in tweeën gebroken stoomschip Juliana II een ideale schietschijf. Dit schip werd in de meidagen van 1940 tijdens een Duitse luchtaanval door een bom getroffen. Nadat de bemanning het schip verlaten had kwam het vast te liggen op een zandbank.
Een van de kanonniers maakt een foto waarbij hij bewust het stoomschip op de achtergrond in beeld brengt, naast de zes trots poserende mannen met aangespoelde stukken van een Brits toestel. Op de achterzijde benadrukt hij beide taferelen door te schrijven dat het om een Nederlandse ‘Dampfer’ en ‘Eingeschossenerer Reste’ van een geallieerd vliegtuig gaat, die beiden door Duits vuur zijn uitgeschakeld. Hij toont zo in één foto twee Duitse overwinningen. Het is onduidelijk tot welk Brits toestel de aangespoelde wrakstukken behoren en of deze mannen zelf verantwoordelijk waren voor deze Abschuss. Ze dienen als een soort trofee of bewijsstuk om indruk te maken op het thuisfront. Of voor henzelf voor later, ter herinnering aan de snelle overwinningen en het militaire succes. Het tij zou echter in de opvolgende jaren op alle fronten keren en de oorlog werd vanaf 1943 voor de Duitsers uitzichtloos.