Tulpensoep

De Hollandse bollenvelden trekken tegenwoordig jaarlijks tienduizenden Europese en Aziatische toeristen. In de bezettingsjaren zijn het Duitse militairen die er massaal uitstapjes naar toe maken en er over naar huis schrijven. Unteroffizier H. Martin wijt er in zijn militaire reisgidsje van Haarlem zelfs een heel hoofdstuk aan en beschrijft de bloemenpracht in de regio van Lisse en Hillegom als volgt: ‘Krokus und Tulpen, Hyazinthen und Narzissen prahlen mit der Pracht erlesenster Farben und Formen und tauchen das Land Weit und Breit in kilometerlange Blütenteppiche’ (Krokussen en tulpen, hyacinten en narcissen pronken met de pracht van de mooiste kleuren en vormen en hullen het land tot in de wijde omtrek in kilometerslange bloementapijten). Op de foto staat een jonge SS’er die net zo onder de indruk is. In 1941 is hij met medesoldaten onderweg naar Den Haag als ze tussen Lisse en Wassenaar een tapijt van gele tulpenvelden passeren. De mannen besluiten om het schilderachtige tafereel vast te leggen. Kijkers naar het resultaat komen bedrogen uit, door de zwart-witfoto komen de prachtige kleuren niet over.

Vanaf 1943 maken de gekleurde velden steeds meer plaats voor akkers met eetbare gewassen. In 1944 is nog maar één vierde van al het bollenland in gebruik voor de bollenteelt. De afname is in het laatste oorlogsjaar het grootst. Veel schuren blijven vol liggen door de sterk teruglopende handel. De boeren gooien hun voorraden echter niet weg. In de Hongerwinter heeft de bevolking in het westen zo veel honger dat de bollen noodgedwongen worden gegeten. Heel geschikt voor consumptie zijn ze niet, ze smaken door de ouderdom bitter of wee-zoet en kunnen zelfs giftig zijn. Voor tulpenbollen is dat risico een stuk minder hoog. Het voorlichtingsbureau van de Voedingsraad geeft in december 1944 en de winter van 1945 wel het advies om er dagelijks niet meer dan drie te eten. In de gaarkeukens verdwijnen de bollen in soepen en stamppotten en in de huishoudens worden er taarten en pannenkoeken van gemaakt. Gedroogd en gemalen is het zelfs een surrogaat voor koffie.

Geraadpleegde bronnen:
Hartmann, C., ca. 1941-1942, Kleiner Gang durch Haarlem. Herausgegeben von der Kraftfahr-Ausbildungs-Abteilung der Luftwaffe Nr. 12, Haarlem (Uitgeverij N.V. De Spaarnestad, Haarlem).
De Residentiebode, 13-12-1944, Bloembollen als menschelijk voedsel. Niet geheel zonder gevaar.
De West, 14-03-1945, Tulpen in gevaar.
KTB 88.AK, Bundesarchiv-Militärarchiv (Freiburg).

Meer foto’s in: Duits toerisme